ad en ineke in australië: Fraser Island

Op woensdag zijn we naar Hervey Bay gereden: het uitgangspunt voor tochten naar en op Fraser eiland. Dat is het grootste zandeiland ter wereld: ruim 140 km lang en ruim 20 km breed. Er zijn op Fraser Island alleen zandpaden en die zijn alleen met een 4WD te berijden. Je kunt er zelf eentje huren en zelf je plan trekken op het eiland óf je kunt met een georganiseerde tour mee. Zelf met een 4WD het eiland op wordt afgeraden aan wie geen ervaring heeft met het rijden met een 4WD. Daarom kozen we voor een georganiseerde tour; maar dan niet in een bus met een groot gezelschap, maar samen met twee jonge stellen (uit Duitsland en Engeland) in een grote 4WD onder leiding van chauffeur/gids Greg en zijn maat. We vertrokken donderdagmorgen vroeg met de boot naar Fraser Island in de stromende regen. Maar op het eiland brak de zon door en die bleef de hele dag schijnen.

Toen we eenmaal op het eiland waren, waren we zielsblij dat we niet zelf met een 4WD op pad waren gegaan. We waren onherroepelijk op de mulle zandwegen vast komen te zitten. En bovendien hadden we heel geconcentreerd op de weg moeten letten en niet zoals nu ontspannen om ons heen kunnen kijken. De enige plek waar je hard kunt en mag rijden is het strand. Daar geldt een maximum snelheid van 80 m/uur. Op de overige wegen is 20 km/uur al een hele kunst.

Wat hebben we gedaan die dag? Allereerst een tocht gemaakt door het regenwoud van Fraser Island dat soms zo dicht is dat er nauwelijks zonlicht op de grond doordringt.

Op het strand reden we zo'n 25 km naar het wrak van het passagiersschip Maheno dat zich een eeuw geleden op de kust vastzette en niet meer kon worden vlot getrokken. Greg betitelde het als het grootste stuk roest van het zuidelijk halfrond. We zagen een dingo: een wilde hond die soms gevaarlijk is voor mensen. En toen we met grote snelheid over het strand raasden, zei Ineke: wat zouden René, Jeroen en Arjen het leuk gevonden hebben om hier zelf te rijden.