vrijdag 29 april 2011

Plek aan de oceaan

Donderdag zijn we rond 10 uur vertrokken van de camping in Kennet River. Eerst zijn we nog de weg achter de camping opgereden, omhoog, omdat daar op de Green River Road volgens de gidsen koalabeertjes te zien zijn. En ja hoor, na een kilometer rijden zagen we de eerste levende koala’s. Ze zitten over het algemeen tamelijk suffig in de bomen. Dat is het gevolg van het eten van de eucalyptusbladeren. Die zijn erg giftig, maar door een bijzonder verteringssysteem kunnen de koalabeertjes ze goed eten. Alleen worden ze er knetterstoned van.


Vervolgens hebben we het laatste stuk van de Great Ocean Road gereden: voortdurend slingerend, stijgend en dalend langs de oceaankust. 


Vanaf Torquay reden we naar Queenscliff. Daar namen we om 13 uur de boot naar Sorrento aan de overkant van de grote baai waaraan Melbourne ligt. Die boottocht bespaarde ons een lange rit door het drukke Melbourne. Het was erg rustig: we hadden de boot vrijwel voor ons alleen.

Vanaf Sorrento zijn naar Kilcunda gereden waar we op de camping een prachtige plek aan de oceaan kregen: de mooiste totnogtoe. We konden er nog anderhalf uur van de zon genieten.


Vandaag, vrijdag hebben we er een rustige dag van gemaakt. Om 11 uur reden we weg uit Kilcunda, steeds maar naar het Oosten, en om 13 uur waren we in Port Albert, ten zuiden van Yarram, waar we (voor niets!) aan het haventje staan.

Het weer: gisteren zonnig 23 graden, vandaag zonnig met in de loop van de dag wat wolken, 18 graden en na 16 uur koud door wind van zee.
Het avondeten: spaghetti, tomaat, kaasmacaroni en saucijsjes. Vandaag in het plaatselijke restaurant gegeten: hete kerriesoep met zeevruchten, tortilla van aardappelen en uit met salade.
De kilometerteller staat inmiddels op 1255 kilometer. Dat betekent- negen dagen met de camper onderweg - dat we dus kleine afstanden per dag rijden.

woensdag 27 april 2011

Great Ocean Road

De Paasvakantie (hier extra lang vanwege de jaarlijkse ANZAC-day – onze 4 mei – op 25 april) is voorbij. De meeste Australiërs zijn weer aan het werk of naar school. Het is rustig geworden op de wegen, campings en parkeerplaatsen. 


Gisteren zijn we vertrokken uit Mount Eccles National Park bij Macarthur en naar Port Fairy en vervolgens naar Warrnambool gereden. Daar zijn we aan de rit over de Great Ocean Road 


begonnen: een weg van zo’n 250 kilometer langs de Australische Zuidkust tot aan Torquay en volgens de gidsen een van de mooiste kustwegen ter wereld. De weg is van 1918-1932 aangelegd door uit de Eerste Wereldoorlog teruggekeerde Australische soldaten: als werkgelegenheidsproject en als eerbetoon aan de in die oorlog omgekomen soldaten. Het is inderdaad een schitterende route, waarbij je regelmatig de rotsachtige kust en de branding ziet. Je kunt op diverse punten parkeren om naar een uitkijkpunt te lopen. Overal staan beschrijvingen over de voortdurende veranderingen in de kustlijn, doordat het kalksteen van de rotsen door de golven die er tegenaan beuken, erodeert en afbreekt. Sommige hebben markante namen zoals (hieronder) het scheermes.


Het meest bekende natuurverschijnsel hier aan de kust zijn de Twelve Apostles: losse stukken rots in zee die vroeger aan het land hebben vastgezeten, maar door de werking van weer, wind en golven daarvan zijn losgeraakt. Overigens zijn het nu nog maar elf apostelen: de twaalfde is in 2005 met enorm geraas in zee gestort. Je ziet overigens de apostelen nooit allemaal tegelijk. Dan kan alleen vanuit de helikopter die hier 'Twelve Apostle flights' aanbiedt.


Zowel gisteren als vandaag hebben we een stuk van de Great Ocean Road gereden: gisteren tot aan Port Campbell, vandaag tot Kennet River. We staan elke dag rond 8 uur op, gaan om 10 uur op ons gemak weg en onderbreken de rit regelmatig om koffie te zetten, te lunchen of te stoppen bij een uitkijkpunt of een strandje. Rond 16 uur zijn we dan op de volgende camping.


Het avondeten: dinsdag spiesjes met in soja gemarineerde kip, noodles, paprika en courgette; woensdag kaasmacaroni, hamburgers met uien en tomaat. En bijna elke dag gebruiken we de camping kitchen om vlees op te braden.
Het weer: dinsdag zon, 19 graden; woensdag zon 23 graden.

En verder
…. zijn we nog niet in het gebied waar begin dit jaar de enorme overstromingen over een enorme oppervlakte waren, Sonja. Dat was in Queensland en daar hopen we in de laatste weken van onze reis te komen.
… schenen vanmorgen de zonnestralen de camper in en kon Ineke met de achterdeuren open zich in bed door de zon laten verwarmen.

… zagen we op de camping waar we nu staan, in Kennet River, voor het eerste papegaai-achtige vogels die letterlijk uit je hand eten. Echte dieren- en vogelvrienden als we zijn, vinden we dat geweldig ….


… staan we op deze camping zo dicht bij het strand dat we de branding horen donderen.

maandag 25 april 2011

No Grampians

Zaterdagmiddag meldden we ons bij het Visitors Centre van Grampians National Park in Halls Gap. Op welke van de dertien campings in het park kunnen we kamperen? 'Op geen enkele', antwoordde de vermoeid ogende dame achter de balie. ‘Negentig procent van het gebied is ontoegankelijk als gevolg van de overstromingen in deze streek in januari. Op sommige wegen ligt anderhalve meter modder en het kan nog wel een jaar duren voor Grampians NP weer toegankelijk is’.

Daar stonden we dan. Geen Grampians NP voor ons. De dagen daarna hebben het gebied met zijn spectaculaire watervallen en indrukwekkende rotsformaties alleen vanaf een afstand gezien.


De campings in Halls Gap waren mudvol. Maar volgens de dame van het Visitors Centre was er nog plek op Dadwells Bridge ten Noorden van Grampians NP. Dat klopte. Daar was zelfs nog plenty ruimte. We konden zelf een plek uitzoeken: enorm groot en met uitzicht op Grampians NP.


We hebben er een rustig weekend van gemaakt: gelezen, gewandeld en gegeten. Deze camping had net als veel andere campings in Australië een Camping Kitchen op het terrein met gasgestookte bakplaten waar iedereen gratis gebruik van mag maken. Ineke heeft daar zaterdag en zondag twee heerlijke maaltijden op bereid. 


Het was zondag dus een echte rustdag. Jesus is alive! Maar de kinderen op de camping zochten paaseieren.

‘s Nachts slapen we de laatste dagen zo’n tien uur vrijwel aan één stuk. Het is hier om 18 uur donker en tussen 21 en 22 uur tollen we van de slaap. Vandaag, maandag, zijn we tegen 8 uur opgestaan. Na het douchen en de camper aan kant maken hebben we op ons gemak ontbeten en koffie gedronken. Om 10 uur reden we weg. Een dikke 100 km via Hamilton naar Mac Arthur, op ons dooie gemak. Onderweg hebben we nog een keer koffie gedronken en tussen de middag bagels opgebakken op een elektrisch fornuis aan de kant van de weg in Bundayk: ook weer door elke voorbijganger zomaar te gebruiken. 


Rond 14 uur waren we op de camping van Mount Eccles National Park, dicht bij Mac Arthur.

En verder
… hebben we nog geen levende koalabeertjes gezien, alleen vier dode, geplet aan de kant van de weg. Wel hebben we vanmiddag voor het eerst – in de schemering, dan komen ze tevoorschijn - een kangoeroe gezien. Maar we waren te laat om een foto te maken.
… gebruiken we dankzij de uitleg van Ria de Waard de ‘plunger’ in de camper regelmatig om koffie te zetten: heet water en koffie in het glazen pot, vier minuten laten staan, de plunger met filter langzaam naar beneden drukken en klaar is de kees. Smaakt heerlijk.
… is Ineke haar hooikoorts compleet kwijt, omdat het hier herfst is en er dus geen pollen meer in de lucht zijn. Medicijnen en spray kunnen in de kast blijven.
… heeft Ineke vandaag een uur lang de camper bestuurd: heel relaxed, vond ze. En: jij bent beter in computers, ik in auto’s. Sure!


… moeten we het goede merk en soort bier nog vinden. Wat we in de supermarkt kochten – Bundaberg Sarsapilla - smaakt naar hoestdrank. Het went wel, maar het moet beter kunnen.
… zijn de Australiërs hartelijk, maar soms moeilijk verstaanbaar. Bijna iedereen op de camping begint een praatje, maar je moet er door hun accent soms naar raden wat ze bedoelen.
... wensen we (schoon)zus Mieke voor morgen veel sterkte. 'Omdat Hij leeft, ben ik niet bang voor morgen', kwam bij ons in de gedachten.

Het weer: zaterdag, zondag, maandag: zon, 21 graden, soms wat wolken. ’s Avonds koud.
Het avondeten: zaterdag maiskolven, worstjes en gebakken aardappelen; zondag


gebakken eieren met bacon; maandag stamppot aardappelen, sla en ei.

Morgen hopen we naar de kust te gaan.

vrijdag 22 april 2011

Good Friday

Donderdag en vrijdag hebben we Australische christenen ontmoet. Donderdagmiddag ontmoetten we Henk en Ria de Waard. Dat hadden we vanuit Nederland via de mail afgesproken. Henk en Ria zijn rond 1950 op jonge leeftijd met hun ouders net als veel andere Nederlanders (uit Heerjansdam resp. Almelo) naar Australië geëmigreerd. Henk de Waard (emeritus hoogleraar aan het Reformed Theological College in Geelong en daarvoor onder meer zendeling in Indonesië) is lid van de commissie voor contact met andere kerken van de Christian Reformed Churches of Australia (CRCA): een zusterkerk van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Omdat er weinig ander dan schriftelijk contact is tussen beide kerken had ik een afspraak gemaakt om hem hier te ontmoeten.

In een coffeeshop vlakbij onze camping in Torquay hadden Ineke en ik een hartelijk en ontspannen gesprek met Henk en Ria: over hun en ons leven, de kinderen en de kleinkinderen, over het leven als christenen in een geseculariseerd land, over ons gemeenschappelijke geloof in Jezus Christus en over de ontwikkelingen in beide kerken. De CRCA lijken in diverse opzichten op de NGK: er is sprake van groeiende diversiteit (van traditioneel tot eigentijds en evangelisch) op liturgisch gebied met alle soms heftige discussies van dien, maar ook van groeiende theologische ruimte (bijv. voor gemeenteleden die bezwaar hebben tegen de kinderdoop) binnen orthodoxe kaders. Verder is er in de kleine CRCA (met een kleine 9000 leden) sprake van groeiende missionaire inzet in diverse Australische steden.

Op uitnodiging van Henk en Ria gingen we vrijdagmorgen naar de Goede Vrijdag dienst in hun kerk. Goede Vrijdag is in dit ‘pagan’ land zoals Henk het noemde, een officiële vrije dag. Iedereen heeft vrij, alle winkels zijn dicht en de kerkdiensten kunnen gewoon overdag worden gehouden. In het kleine CRCA-kerkje in Geelong was het een dienst als thuis met (net als in Hongkong) bekende liederen. Zoals Christ, the life of all the living (Jezus, leven van ons leven – met Thousand, thousand thanks are due, dearest Jesus, unto You - en When I survey the wondrous cross. Wat is het toch heerlijk dat je zomaar kunt meezingen en ook op die manier de eenheid in Christus kunt ervaren. Op het liturgiebord in de kerk stond aangegeven dat de preek zou gaan over: Lord’s Day 16. Wij zaten te puzzelen op welk Bijbelgedeelte dat toch zou slaan. We kwamen er niet achter. Bleek het om Zondag 16 van de catechismus te gaan. Dat is dus niet Sunday 16, maar Lord’s Day 16. Weer wat geleerd! De preek van ds. Ron Nauta ging erover dat wij met Christus zijn gestorven (drie keer: op Golgotha, toen we gedoopt werden en bij onze bekering) en dat Zijn dood ons leven is. Bij de mededelingen aan het begin van de dienst werden Ineke en ik officieel welkom geheten als gasten uit Nederland. Ik werd aangeduid als Reverend Ad de Boer. Sorry broers, ik heb het in de dienst maar zo gelaten.

Na de dienst gingen we bij Henk en Ria thuis koffiedrinken en zetten we de hartelijke ontmoeting van de dag ervoor voort. Al snel ging het gesprek over Geert Wilders, de moslims in Nederland en over de houding die we als christenen tegenover moslims moeten innemen. Vanuit zijn zendingservaring in Indonesië weet Henk veel van de islam. Hij moet niet veel hebben van de opvatting dat de islam alleen maar een religie van de haat is en dat een houding van confrontatie en strijd niet het christelijke antwoord daarop is. What would Jesus do?, zei een van de andere koffiedrinkers bij Henk thuis: De ontmoeting aangaan en ze laten zien wie Jezus is en wat het leven met Jezus betekent.

Na een heerlijke lunch namen we om 14 uur afscheid van de gastvrije Henk en Ria en vertrokken we voor een rit van 180 kilometer naar het Noordwesten. Omdat het Paasvakantie is, zijn de campings in de buurt van de kust stampvol. Daarom gaan we eerst naar Grampians National Park. Over een rustige weg reden we gistermiddag tot aan Ararat waar we een plek in vonden vlakbij Green Hill Lake: midden in de vrije natuur voor 5 dollar. We konden nog net van de laatste zonnestralen genieten.



Na een koude nacht (Ineke zei: ik trek komende nacht die dikke lange broek aan die van (o)pa is geweest) hebben we vanmorgen in de zon ontbeten. Daarna koffie en een sigaartje.


Daarna hebben we boodschappen gedaan bij Safeway in Ararat. Straks gaan we Grampians NP in.

Het weer van vrijdag: overwegend zonnig, temperatuur rond 16 graden. Nacht van vrijdag op zaterdag: 2 graden. Zaterdag: eerst zonnig, nu bewolkt.
De avondmaaltijd van vrijdag: een hamburger kaas/uien met koffie.

En verder
… leerden we van Henk en Ria de Waard wat in een restaurant een long black is (een grote, hoge beker zwarte koffie) en wat een skimmy cappuccino is (cappuccino met magere melk).
… gaat het rijden met de ‘van’ zoals ze onze camper hier noemen, steeds beter: ik zet de versnelling nauwelijks meer van zijn twee in zijn vijf of van zijn een in zijn vier, en dat maakt het allemaal een stuk gemakkelijker. En Ineke vond het, toen ze vanmorgen bij het meer naar de weg reed, een ‘eitje’.
… heb ik bij telecom-maatschappij Telstra (de Australische KPN) een modem voor mobiel internet aangeschaft, waardoor ik daar waar Telstra bereik heeft, kan internetten. Met veel dank aan Arjen voor de tip! Maar omdat wat verder van de kust af het bereik slechter wordt, kunnen we de komende dagen vanuit Grampians National Parks mogelijk niet online komen. Een nieuwe blog komt dus wellicht pas dinsdag.
… wensen we onze kids die met vakantie gaan een ontspannen tijd toe.

donderdag 21 april 2011

Wennen

Daar zijn we weer. Vanuit Torquay, ten Zuidwesten van Melbourne, op 300 meter van de oceaan. Het is (hier) donderdag 21 april, bijna 22 uur: niet negen uur later dan bij jullie zoals ik eerder schreef, maar acht uur. Gistermorgen zijn we van het hotel naar de vestiging van Kea campers (voor de routekaart: 11 Aerolink Drive, Tullamarine) gegaan om onze camper op te halen. Hij stond klaar en in minder dan een uur werden we door een Kea-dame wegwijs gemaakt. Nou ja, wegwijs, ze legde heel vlug uit hoe alles werkte en wij probeerden het te volgen en te noteren. Het zal nog wel blijken, of we alles goed hebben gesnapt. Daarna alle tassen en rugzakken in de camper en hup, de weg op. Eerst boodschappen doen: bij de Aldi, jawel, en bij Coles, de Albert Heijn van Australië.

In alle opzichten was het gisteren en vandaag wennen:

  • In de winkels: waar vind ik wat? En op de overvolle parkeerterreinen bij de shopping centres (het is Paasvakantie en vooral hier aan de kust erg druk): waar kan ik de camper kwijt?
  • In het verkeer was het ook wennen: rijden met een auto waaraan je niet gewend bent, waarmee je links moet schakelen en die bij het schakelen tussen zijn vrij en de eerste versnelling regelmatig afslaat. Zo stonden we een paar keer half op een rotonde stil. En dan vooral rustig blijven! En uiteraard links rijden en rechts inhalen. Gelukkig ‘rijdt’ Ineke naast mij mee en let ze minstens zo goed op als ik. Ze doet dat zo geconcentreerd dat ze na een half uur rijden verkrampt en met stijve spieren de auto uitkomt. Overigens viel het links rijden mij niet tegen. Alleen op een vol en onoverzichtelijk parkeerterrein vergiste ik me en reed ik doodgemoedereerd rechts. Maar dat loste zich vanzelf op.
  • Later op de camping was het ook wennen met de camper. Vergeleken met de grote bakken waarmee we in Amerika reden, is dit een ienie-miene-campertje: zeg maar een groot uitgevallen Volkswagenbus.



Je kunt er prima rechtop in staan, maar de loopruimte is beperkt en er zijn weinig opbergmogelijkheden. Het was enorm puzzelen waar we al onze bagage en de gekochte levensmiddelen kwijt konden. En de beperkte ruimte dwingt ons voortdurend onze spullen op te ruimen. Ook het camperbed was wennen: elke avond opmaken en elke ochtend afhalen (want het is tegelijk de zitbank) en uiteraard moesten we eraan wennen, hoe het bed ‘ligt’. En koken op één kleine en één grote gaspit dwingt al bij het boodschappen doen tot goed nadenken: wat kunnen we op die twee pitten handig klaarmaken. Wokken zoals vandaag kan in elk geval.


We staan in Torquai op camping Torquay Foreshore Caravan Park (voor de routekaart: 35 Bell Street): die zit deze week vol met Australische gezinnen die van hun laatste vakantieweek vóór de winter genieten en vooral vol met surfers die in de oceaanbranding vlak bij de camping surfen. Toen we gisteren naar het strand gingen, leken de surfers in hun zwarte wetshuits van een afstand net zeerobben die in het water stoeiden.


Het weer: gisteren bewolkt, vandaag tot 18 uur heerlijk zonnig, daarna een paar buien.

dinsdag 19 april 2011

Melbourne


Het is woensdag 20 april, even na 10 uur in de ochtend, terwijl het bij jullie nog midden in de nacht is. Vanaf nu is het tijdsverschil met Nederland negen uur. We zijn in Melbourne. Gisteravond om 21 uur landde ons vliegtuig uit Hongkong hier. Op dit moment zitten we in het Holiday Inn Hotel bij het vliegveld.
We moesten gistermorgen voor ons doen vroeg om: ontbijten om 7 uur en daarna naar het vliegveld. Daar maakten we ons laatste Hongkong dollars op aan een mega cappucino. Om 10 uur vertrokken we met vlucht CX 163 na in de wifi-area bij de gate eerst nog met de Ipad een paar Nederlandse kranten opgehaald te hebben; dat gaat met ND en RD overigens vele malen sneller dan met Trouw en De Volkskrant. We vlogen dit keer met een halflege Airbus met sowieso aanzienlijk meer zitruimte dan in de Boeing naar Hongkong. Het was een ontspannen vlucht van negen uur met op tijd een hapje en een drankje. Hoewel het overdag was, gingen na de brunch toch de lichten uit: iedereen werd geacht te slapen of een film te kijken. Omdat het eerste ons niet lukte, deden we het tweede: The great escape (Ad) en The next three days (Ineke). Beneden ons wisselden grote stukken zee af met eilanden (Indonesië) en op het laatst alleen maar land (Australië). We vlogen opnieuw met de tijd mee en hadden daarom een korte dag: we misten vanwege het tijdsverschil tussen Hongkong en Melbourne drie uur.

Vóór de landing en op het vliegveld kregen we tal van waarschuwingen om op straffe van hoge boetes geen voedsel Australië binnen te brengen. Men is er bang dat op die manier besmettelijke ziekten voor mens, plant of dier het land binnenkomen. Bij de douane werd een speurhond langs onze bagage geleid waarvan we al vóór ons vertrek hadden gelezen dat hij er salami en kaas zo uithaalt. Die hadden we deze keer (Anke en Anne weten wat we bedoelen) dan ook thuis gelaten.

Om 21 uur landden we in Melbourne en om 22.30 waren we in het hotel. We hebben inmiddels ontbeten en gaan straks de camper ophalen.

En verder
…. hadden we gisteravond binnen een uur twee uitnodigingen en tips te pakken: een van een mevrouw die voor ons in het vliegtuig zat en met haar man een boerderij buiten Melbourne heeft. We kunnen er gratis kamperen. En in de shuttlebus van het vliegveld naar het hotel ontmoetten we een verdrietige mevrouw uit Canberra (800 km van Melbourne) die met het verkeerde paspoort op reis was gegaan, daar pas op het vliegveld achter kwam en nu op haar eigen paspoort moest wachten. Ze tipte ons een gratis camping in Ganning, tussen Melbourne en Sydney. Ook hier hulpvaardigheid en gastvrijheid alom.

maandag 18 april 2011

Octopus

Vannacht hebben we maar liefst acht uur geslapen. Dat is heel wat meer dan bij vorige verre vliegreizen, overigens ook wel een beetje dankzij mr. Temazepam! Ondanks een paar kleine slaapaanvallen vandaag (vooral stil zittend in bus of metro) valt het met onze jetlag dus best wel mee.

We hebben vandaag van 9.30 tot 19 uur ‘sightseeing Hongkong’ gedaan: lopend, maar vooral met metro, bus, minibus en tram, allemaal met behulp van de handige Octopus-veelrittenkaart voor het hele openbaar vervoer hier – met dank aan Bas Plaisier voor de tip. We zijn eerst naar de haven van Aberdeen gegaan, aan de zuidkant van Hongkong Island: vroeger dé vissershaven van Hongkong met een ongerept uitzicht, nu een smalle zeestrook waarbij nieuwe torenflats het decor vormen voor oude sampans en houseboats. En veel vis wordt er als gevolg van de verontreiniging en overbevissing van de Zuid-Chinese zee niet meer gevangen.
Daarna reden we naar Repulse Bay, even weg van de megadrukke metropool: een boulevard, palmbomen, restaurants en een strand, maar zelfs hier flatgebouwen op de achtergrond. Plus een menigte van goden, waarbij de god van rijkdom en welvaart letterlijk het meest werd aanbeden.
Om Ineke’s kookvoeten af te koelen was er in Repulse Bay water genoeg, zoals trouwens ook op tal van andere plekken waar we langskwamen. 
Van Repulse Bay gingen we met de bus en de Peaktram (op sommige stukken met een helling van 45 graden steil omhoog) naar de Victoriapeak, het hoogste punt van Hongkong Island. Vanaf de Peak Tower heb je bij helder weer een schitterend uitzicht op de skyline van Hongkong. Maar vandaag was het bewolkt en heiig en was het uitzicht dus erg wazig. 
Van de Peak gingen we heuvelafwaarts naar de pieren van de Star Ferry en vandaar met de veerboot naar de overkant, terug naar Kowloon. Daarvandaan met de metro naar een van de eindstations en vandaar met de shuttlebus terug naar het hotel.
En verder
…. valt het ons op hoe behulpzaam en vriendelijk de mensen zijn. Diverse keren, toen we op straat zoekend rondkeken, kwamen er mensen op ons af die vroegen waar we heen moesten en ons de weg wezen. Een uit Engeland afkomstige meneer van in de zeventig liep vandaag zelfs minutenlang met ons mee om zeker te weten dat we op de goede plek uitkwamen.
…. is de eeuwenlange Engelse invloed in Hongkong ook te merken aan de gedisciplineerde manier waarop iedereen keurig in de rij voor bus of tram gaat staan.
…. kun je hier op straat om de zoveel meter take-away eten kopen, gebakken of gestoomd waar je bij staat.
…. is mahjong ook voor de Hongkongchinezen een favoriet spel.
…. lijkt men hier een fobie te hebben voor verkoudheid, griep of andere infectieziekten. Je leest overal waarschuwingen om je hand voor je mond te houden, als je hoest en om een mondkapje te dragen, als je verkouden bent. 
Verder staat bij de liftknoppen in het hotel en de band van alle roltrappen aangegeven dat ze regelmatig gesteriliseerd of antibacterieel gedesinfecteerd worden. En grote posters roepen de mensen op zich tegen griep te laten inenten: voor zwangere vrouwen is het ‘the best gift to your child’.
… is de grond hier schaars en het aantal te huisvesten inwoners groot. Dus zijn de grondprijzen extreem hoog en wordt er vrijwel uitsluitend in de hoogte gebouwd: wolkenkrabbers dus zover het oog reikt en nog heel wat in aanbouw.